Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lengtebepaling

betekenis & definitie

Lengtebepaling - (sterrekunde). De eenparigheid der aarddraaiing (zie TIJDMETING) veroorlooft ons, het lengteverschil tusschen twee plaatsen op aarde als het verschil van plaatselijken tijd op te vatten. Derhalve bestaat een l. in het gelijktijdig aflezen van de — door de noodige tijdbepalingen scherp gecontroleerde — uurwerken der beide plaatsen. Verschillende methoden kunnen nu aangewend worden.

1) Men kan gebruik maken van een hemelverschijnsel, mits het voor de beide plaatsen werkelijk gelijktijdig optreedt. Hipparchus (2e eeuw v. Chr.) beval reeds de maansverduisteringen hiervoor aan: de aardschaduw is echter zoo weinig scherp begrensd, dat de methode niet meer dan een zeer ruwe l. kan opleveren. Kort na de uitvinding van den kijker (1608) werd de aandacht gevestigd op de verduisteringen der wachters van Jupiter, maar ook hier is de bereikbare nauwkeurigheid niet bijster groot, daar de wachter niet oogenblikkelijk, maar geleidelijk verduistert of uit de schaduw der planeet treedt. Benzenberg beval de waarneming van vallende sterren aan, speciaal van het oogenblik, waarop een vallende ster verdwijnt. — 2) Het ligt voor de hand een kunstmatig sein te geven, bijv. een buskruitsignaal. Ook de heliotroop kan goede diensten bewijzen. Over korte afstanden, bijv. eenige tientallen K.M., zijn deze methoden zeer wel bruikbaar. Zoo werd in 1806 door buskruitsignalen op den toren van Loenen het lengteverschil Utrecht-Amsterdam door den hoogleeraar van Beeck Calkoen bepaald. — 3) De telegrafie heeft hier natuurlijk groote verbetering in aangebracht. Het lengteverschil van plaatsen, die door telegraaflijnen of -kabels onderling verbonden zijn, is met groote scherpte vast te leggen.

De methode is zoo nauwkeurig, dat men op allerlei kleine fouten dient te letten: de persoonlijke fout van de waarnemers (seingever en -ontvanger), de fouten der seintoestellen, den tijd, dien de elektrische stroom noodig heeft, om den ontvangtoestel te doen aanspreken (voor onderzeesche kabels bedraagt deze tijd trouwens vaak een secundo en meer), enz. Sedert eenige jaren heeft de draadlooze telegrafie aan deze methode een ongekende uitbreiding gegeven. — 4) Het eenvoudigste middel, om de plaatselijke tijden te vergelijken, bestond voordat de elektrische telegraaf in gebruik kwam hierin, dat men een draagbaar uurwerk (tijdmeter), dat den plaatselijken tijd van de eene plaats aangeeft, naar de andere plaats overbrengt, en aldus onmiddellijk de beide plaatselijke tijden vergelijkt. De methode is van Gemma Frisius afkomstig (1530), maar was in de 16e eeuw van weinig beteekenis, daar men niet over betrouwbare uurwerken beschikte. (Het slingeruurwerk dateert van 1656, de tijdmeter van 1730). Tot voor korten tijd was deze methode de eenige, die op zee gebruikt werd. De tijdmeters aan boord, meestal ten getale van drie, wijzen den tijd van Greenwich: een tijdbepaling geeft den plaatselijken tijd en derhalve de lengte. Elke haven van bekende lengte levert, mits voorzien van een tijdbal of tijdklep, een contrôle op de tijdmeters. — 5) Het is ten slotte ook zeer goed mogelijk, de lengte te bepalen met behulp van hemelverschijnselen, die wel bijna, maar niet volkomen gelijktijdig voor de beide plaatsen optreden, maar dan zijn er soms nog omvangrijke berekeningen noodig. Tot deze verschijnselen zijn in het bijzonder de zonsverduisteringen en de sterbedekkingen te rekenen.

Het is altijd de maan, die hier gebruikt wordt, en wel om haar snelle beweging tusschen de sterren door. De maan is de wijzer van het groote hemeluurwerk, welks wijzerplaat door den sterrenhemel geleverd wordt. Wie een Nautical Almanac bezit, waarin de plaats der maan voor den tijd van Greenwich uitvoerig staat aangegeven, kan door een waarneming van de maan dezen tijd aflezen, waaruit dan weer de lengte volgt. Zonsverduisteringen en sterbedekkingen laten zich met eenvoudige hulpmiddelen scherp waarnemen en zijn dus voor dit doel zeer bruikbaar. Zoo bepaalde Oudemans de lengte van zijn waarnemingsplaats (voor den Venusovergang van 1874) op Réunion door een 50-tal sterbedekkingen. Op zee, waar men op het sextant is aangewezen, is 4 eeuwen lang de methode der maansafstanden in gebruik geweest.