Leemgrond. - Deze grondsoort vindt men in de diluviale streken van ons land. De leemgronden bevatten minstens 20% afslibbare deelen en soms veel meer. In tegenstelling met een kleigrond bestaat het afslibbare deel van l. echter meestal voor een belangrijk deel uit zeer fijn zand. Dit zeer fijne zand geeft aan leem min of meer de natuurkundige eigenschappen van klei, hoewel de scheikundige samenstelling meer die van een zandgrond nadert.
Niettemin is het kali- en soms ook het kalk- en humusgehalte van beteekenis, zoodat de natuurlijke vruchtbaarheid van den l. in ’t algemeen grooter is dan die van zandgrond. Zijn absorptievermogen voor water is groot. De kleur is zeer verschillend (geel, geelbruin, rood, grijs of wit). Vooral de grijze of witte (kei-)leem slempt gemakkelijk dicht. In verband met deze verschillende soorten en haar afwijkende eigenschappen, loopt de landbouwkundige waarde van den l. zeer uiteen. In ’t algemeen leenen leemgronden zich in ’t bijzonder voor graslandaanleg.
