Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Laurillard

betekenis & definitie

Laurillard - (Elisa), Nederl, letterkundige, geb.

te Rotterdam 1830, studeerde te Leiden en werd achtereenvolgens predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Zantpoort, Leiden en Amsterdam (sedert 1862), waar hij in 1904 zijn emeritaat aanvroeg en verkreeg. Hij overleed 10 Juni 1908. Zijn werken zijn meestal van stichtelijk-gemoedelijken aard met een tikje humor. Hij maakte jarenlang grooten opgang in liberaal-godsdienstige kringen, waar men dweepte met „een vers van Laurillard”.

Nog worden zijn verzen gaarne voorgedragen. Van zijn talrijke bundels, in proza en poëzie, noemen wij slechts Primulae Veris (1853), Geen dag zonder God (1869), Vlechtwerk uit verschillende kleuren (1884), Sprokkelhout (1887), Rozen en Klaprozen (1900). Hij redigeerde een tijdschrift voor de jeugd „Bato” en het „Jaarboekje voor Nederlandsch Mettray”. Met Taco de Beer was hij redacteur van „De Woordenschat”. Hierdoor heeft hij zich ook verdienstelijk gemaakt voor de taalstudie, mede door zijn Toelichting van spreuken of gezegden in de volkstaal, aan den Bijbel ontleend (1875).

< >