Lauff

betekenis & definitie

Lauff - (Joseph), Duitsch schrijver, geb. in 1855, wiens door hooge bescherming veel opgevoerde vaderlandsche drama’s: Der Burggraf (1897), Der Eisenzahn (1899), Unterm Sturmhut (1901), enz. zeer middelmatig zijn, terwijl zijn lyrische en vooral zijn epische gedichten: Lauf ins Land en Die Overstolzin (1891), Klaus Störtebecker (1897), enz. van een sterk talent getuigen, evenals zijn boeiende en goedgeschreven romans, als Karrekiek (1902), Pittje Pittjewitt (1903) en Anne Susanne (1916), waarin dichterlijke beschrijvingen van het landschap aan den BenedenRijn en in Westfalen voorkomen.