Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Klarinet

betekenis & definitie

Klarinet - Een der belangrijkste houten blaasinstrumenten van het hedendaagsch orkest. Het is door den instrumentmaker Denner (1655—1707) te Neurenberg omstreeks 1696 uitgevonden. De uitvinder bleek, door den naam Clarinetto aan het instrument te geven, te gelooven, dat hij een speeltuig met trompetkarakter gemaakt had. Immers Clarinetto is de diminutief-vorm van Clarino (Trompet).

Ofschoon die verwachting niet vervuld is, heeft Denner de toonkunst buitengewoon verrijkt door zijn vinding. De k. heeft een grooten omvang, een weeken, buigzamen toon, en is even geschikt voor het uitvoeren van snelle passages als van zangerige wijzen. Het instrument is voorzien van kleppen en ringen ; de eerste k. hadden 7 of 8 kleppen, tegenwoordig is dat getal tot ± 20 uitgebreid. Men vervaardigt k. in verschillende stemmingen ; ook alt-, basen contrabas-k. komen voor. Van deze laatste is de bas-k. de meest gebruikte. Wagner en de componisten, die na hem gekomen zijn, weten van dat instrument een uitnemend gebruik te maken.

De k. heeft ruim 50 jaren noodig gehad, om populair te worden. De Mannheimers (Cannabich, Stamitz) hebben haar definitief in het orkest ingevoerd ; Mozart heeft ze bij hen leeren kennen en ze dadelijk naar waarde geschat. Beethoven, Weber, Wagner en Brahms hebben in hunne werken aan de k. belangrijke partijen toevertrouwd, die de voortreffelijke eigenschappen van het instrument doen uitkomen. In de militaire muziek vervullen de k. de rol van de violen in de symphonische muziek. Zie verder de leerboeken voor instrumentatie van Berlioz, Jadassohn, Prout e. a.

< >