Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kasimir

betekenis & definitie

Kasimir - (Kazimierz), naam van verschillende vorsten van Polen.

K. I Restaurator was nog minderjarig toen zijn vader Mierzco II in 1034 stierf. Van de opstanden, die er tijdens ’t regentschap van K.’s moeder Richenza uitbraken, trachtte Bretislaw van Boheme gebruik te maken en ’t land te veroveren, hetgeen hem echter mislukte door den steun, dien K. kreeg van Hendrik III van Duitschland. K. slaagde er in de orde in zijn rijk te herstellen, de Bohemers terug te dringen (1040) en zelfs wist hij Mazovië en Silezië te onderwerpen (1054). Den bijnaam restaurator (odnowiciel) kreeg hij door de reorganisatie van ’t bestuur. Hij stierf in 1058.

— K. II, jongste zoon van Boleslav III in Polen, maakt zich in 1177 meester van de regeering, nadat vorst Mierzco III tengevolge van een opstand had moeten vluchten. K. slaagde er in de verschillende deelen van Polen met uitzondering van Posen, met elkaar te vereenigen en vestigde ook zijn macht in Halicz en Wladimir (zie GALICIË). De wereldl. en geest. grooten keurden in 1180 goed dat de kroon zou blijven in zijn geslacht (Congres van Lentschyt). Hij stierf in 1194.

— K. III de Groote volgde zijn vader Wladislaw I Lokietek op als koning van Polen in 1333. Hij herstelde den vrede met zijn naburen door met de Duitsche orde den vrede van Kalisch te sluiten, waarbij hij afzag van Pommerelië en Kulm, maar Dobrin en Kujarrië behield. Hierdoor zag hij af van bezit aan zee. Mazovië erkende zijn oppergezag, terwijl hij bij verdrag West-Wolhynië met Chelm en Halicz met Lemberg kreeg. Den bijnaam de Groote heeft hij gekregen door zijn zorg voor ’t binn. bestuur. Hij trachtte de eenheid van Polen tot stand te brengen door ’t brengen van eenheid in de rechtspraak en de wetgeving.

De oude gebruiken en gewoonten werden opgeteekend en tot wet verheven (Statuut van Wislica 1368, zie POLEN). Een opperste gerechtshof werd er ingesteld te Krakau (1365). ’t Beheer van de zoutmijnen in Wielicza en Bochnia werd geregeld (1365). De verschillende godsd. gezindten werden vrij gelaten in de uitoefening van hun godsdienst. De boerenstand werd door hem beschermd (bijnaam boerenkoning). ’t Onderwijs werd bevorderd door stichting van een universiteit te Krakau (1364). Met hem stierf in 1370 de mann. lijn der Piasten uit.

— K. IV, jongste zoon van Wladislav II, van Polen werd na den dood van Siegmund van Litauen (1440) gekozen tot grootvorst van Litauen en nam na den dood van zijn broer Wladislav III na langdurige onderhandelingen in 1447 de waardigheid aan van koning van Polen. Van de opstanden, welke er uitgebroken waren in het land van de Duitsche Orde, maakte hij gebruik om de macht van Polen uit te breiden. Bij den vrede van Thorn werd de Duitsche Orde gedwongen af te staan Pommerelië met Danzig en Elbing, ’t Kulmer en ’t Michellauer-land, terwijl ze den koning van Polen als leenheer moest huldigen voor Oost-Pruisen (zie PRUISEN). Wanneer Ladislaus Posthumus van Bohemen en Hongarije sterft, beproeft hij hier zijn zoon Wladislav te doen erkennen, hetgeen hem in strijd brengt met Matthias Corvinus van Hongarije (1471—1479), tegen wien hij zich niet handhaven kan, zoodat hij in 1479 bij den vrede van Olmütz genoodzaakt is te berusten in de heerschappij van Matthias Corvinus in Hongarije, die ook nog Moravië en Silezië krijgt, terwijl Wladislav erkend werd als koning in Boheme. Hiermede waren de grondslagen gelegd van de macht der Jagellonen. K. heeft echter niet kunnen verhinderen, dat de Turken Bessarabië veroverden en dat de grootvorst van Moskau Iwan zijn macht naar ’t Noorden uitbreidde. Hij stierf in 1492.

< >