Jenner - (Eduard), de ontdekker van de beschermende kracht der koepokstof tegen de pokken, geb. 17 Mei 1749 te Berkeley, in het Engelsche graafschap Gloucester; werd voor de heelkunde opgeleid en vestigde zich als heelmeester in zijn geboorteplaats. Door een boerin er op opmerkzaam gemaakt dat de pokken, die zich soms op de uiers der koeien vertoonen, een voorbehoedmiddel zijn tegen de kinderziekte, wijdde J. hieraan een nader onderzoek, dat hem hierin bevestigde. Een nieuwe epidemie der kinderziekte stelde hem in de gelegenheid zijn ontdekking in praktijk te brengen. In 1796 entte hij voor het eerst een knaap de koepokken in en daarna de kinderpokken, met het resultaat dat de laatsten geenerlei uitwerking hadden.
Hij maakte nu zijn ontdekking bekend in Inquiry into the causes and effects of the variolae vaccinae (Lond. 1798). Dit geschrift wekte groote belangstelling, doch vond ook hevige tegenkanting. Het behelst de onderzoekingen, die J. geleid hebben zoo niet tot de eigenlijke ontdekking, dan toch tot de eerste positieve demonstratie van het ziekmakend gif der koepokken, en van de mogelijkheid om dit van dieren op menschen en van deze op soortgenooten over te enten, en den mensch op deze wijze voor de pokken immuun te maken. Weldra werd Jenner’s ontdekking in haar waarde erkend en in Europa en Amerika verspreid. Zijn vrienden richtten ter verbreiding der nieuwe ontdekking de Royal Jennerian Society op, waarvan J. zelf tot president werd gekozen. J. stierf 26 Jan. 1823 te Berkeley. In 1802 ontving J. als nationale belooning van het Engelsche volk een ingezameld bedrag van 10.000 pond sterling, in 1807 gevolgd door een bedrag van 20.000 pd. st. Hij heeft standbeelden in Engeland (Londen, Kensington Gardens, 1858), Frankrijk en Italië (Genua, groep van Monteverde: J. proef nemende met de inenting op zijn zoon).