Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Isotroop

betekenis & definitie

Isotroop, - 1) (natuurk.) worden stoffen genoemd, waarbij de physische eigenschappen niet van de richting afhangen, in tegenstelling met anisotrope stoffen, waarbij zulks wel het geval is. Stoffen, die niet gekristalliseerd zijn, zijn in het algemeen i., echter kunnen ze door vormverandering (b.v. door éénzijdigen druk) anisotroop worden; een voorbeeld hiervan levert glas, dat onder gewone omstandigheden i. is, doch door een vormverandering optisch dubbelbrekend, dus anisotroop, kan worden. I. stoffen vertoonen geen dubbele breking. Bestaat een lichaam uit een zeer groot aantal zeer kleine kristallen, dan kan het i. schijnen, terwijl de .kleinste deeltjes er van toch anisotroop zijn.

2) (wiskunde). In ’t platte vlak spreekt men van isotrope richtingen, d. z. de imaginaire richtingen der lijnen y = i x en y = — ix, i = √ — 1. De twee isotrope lijnen door een punt P verbinden dit punt met de (oneindig ver gelegen, imaginaire) cyclische punten. De hoek, dien de isotrope lijnen met elke reëele lijn maken, is i x ∞. De afstand tusschen twee punten op dezelfde isotrope lijn is altijd 0, vandaar de naam minimumlijnen, die men ook aan de isotrope lijnen geeft. De isotrope raaklijnen van een cirkel snijden elkaar in ’t middelpunt, van een ellips of hyperbool in de i brandpunten, waarvan er 2 reëel en 2 imaginair zijn (op de kleine resp. imaginaire as gelegen); bij de parabool in het brandpunt. In `t algemeen noemt men ook kromme lijnen van hooger graad de snijpunten der isotrope raaklijnen brandpunten.