Hiëroglyphen - de naam van het schrift, waarvan de Egyptenaren zich bedienden. Ongeveer 300 n. Chr. was het uit het dagelijksch leven verdwenen, terwijl het nog met moeite door de priesters, die het bij den eeredienst bezigden, werd verstaan. De berichten, bijade klassieke schrijvers en de kerkvaders, waren weinig geschikt om den sleutel tot dit schrift terug te vinden. Ditzelfde geldt ook omtrent het boek, dat Horappolo aan het einde der 4e eeuw na Christus over de hiëroglyphen schreef, waarin hij symbolen zag, een meening die slechten invloed heeft geoefend op de ontcijferingspogingen van lateren.
Zoo zijn dan ook de verklaringen, waaraan zich mannen als Michael Mercati, Pierius Valerius, Athanasius Kircher enz. gewaagd hebben, waardeloos. Een beteren tijd brak aan toen de geleerde Deen Zoega in zijn zeer zorgvuldige uitgave van de obelisken in Rome de van groote gevolgen zijnde, opmerking maakte.dat de hiëroglyphen, door een ring ömsloten, koningsnamen vormen. De groote stoot werd evenwel gegeven door de ontdekking van den steen van Rosétte inhoudende een decreet van de priesters van Memphis ter eere van Ptolemaeus Epiphanes (196 v. Chr.) in hiëroglyphisch en demotisch schrift en in het Grieksch. Met gebruikmaking van de zooeven vermelde ontdekking, kwam de Engelsche natuurkundige Young tot de gevolgtrekking, dat de ring met hiëroglyphen den in den Griekschen tekst vermelden koningsnaam moest inhouden Dit was bijna juist. Zijn vasthouden aan de meening.dat de hiëroglyphen symbolen voorstellen, en het feit, dat hij niet genoeg opschriften te zijner beschikking had beletten hem verder te komen. Dit was Champolleon beschoren, die den naam juist las. Eerst las hij koningsnamen, vervolgens enkele woorden, ten slotte was hij in staat geheele teksten te vertalen. Toen hij op 42-jarigen leeftijd overleed, had hij door zijn geniale onderzoekingen een wereld ontsloten, die eeuwen lang een gesloten boek was geweest.
Naast dit schrift bestond reeds in de le Dynastie een verkort schrift bekend onder den naam van hieratisch. Uit het cursief hiëratisch ontwikkelt zich in de 26e Dyn. het demotisch schrift. De Egyptische schriftsoorten moesten op den duur wijken voor het Grieksche schrift. Zoo ziet min dat het alphabet, waarmee de jongste periode van het Egyptisch, het Koptisch, wordt geschreven bestaat uit 24 Grieksche letters en 7 aan het demotisch ontleend. Dat het hiëroglyphen schrift oorspronkelijk een beeldschrift moet geweest zijn kan men b.v. nog zien in een opschrift op het palet van koning Narmer (le Dynastie) Fig. 1, voorstellende een sperwer, (een aanduiding van den Koning), die een touw houdt dat bevestigd is in den mond van een hoofd op een stuk land, waarop zich 6 lotusbloemen bevinden.
Met deze bloem drukt men het getal 1000 uit. Daaronder een harpoen, die ua wordt gelezen, en een vierkant met lijnen, dat aanduidt dat Ua een land beteekent, dat aan zee is gelegen. Het geheel geeft aan dat de koning 6000 man als gevangenen uit het land Ua voerde. Bij dit schrift zijn de volgende klassen waar te nemen:
I) Woordteekens, die nog hunne oorspronkelijke beteekenis hebben behouden bijv. ☉ re = de zon 2) Woordteekens, die gebezigd werden om een woord aan te duiden dat bijna dezelfde medeklinkers heeft.
3) Woordteekens, die langzamerhand phonetische teekens zijn geworden, die men in elk woord kan bezigen, dat de bedoelde medeklinkers inhoudt, 4) Zoo heeft zich een alphabet ontwikkeld dat het volgende voorkomen heeft (Fig. 2). Daarbij zijn de vormen in het hiërabisch en demotisch gegeven.
5) Ter vergemakkelijking van het verstaan bedient men zich van determinatieven of bepalingsteekens, die of in het algemeen het begrip, door het woord uitgedrukt aangeven zoo b. v.een man met de hand aan den mond achter werkwoorden of zelfstandige naamwoorden, die een verrichting met den mond aanduiden, b. v. spreken, drinken, gezang enz., of die welke juist weergeven, hetgeen door het werkwoord of zelfstandig naamwoord wordt aangeduid b. v. ssmt = paard wordt gedetermineerd door een paard; zoo schendurt een schort, door een schort enz. Ter verduidelijking volgen hier proeven van de drie schriftsoorten. Fig. 3. Fig. 6 die van rechts naar links worden gelezen. Vgl. verder A. Ermsen: Die Hieroglyphen.