Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Harpijen

betekenis & definitie

Harpijen, harpyiae, in de Gr. mythologie godinnen van den alles medeslependen storm, afzichtelijke monsters, die door de goden gezonden waren om den blinden Phineus alle spijzen weg te rooven of door vuil en stank te bezoedelen, doch door Zetes en Calais, zonen van Boreas, verslagen. Hare namen waren Aello, Ocypete, Podarge, Celaeno. — De h. worden op het harpijen-monument uit Xanthos (uit den Griekschen archaïschen tijd) en vazen voorgesteld als vogels met vrouwenborst en hoofd. — In de wapenk. worden h. steeds aanziende voorgesteld en zijn zij samengesteld uit de bovenhelft van een vrouw en de benedenhelft van een adelaar; de armen vervangen door vleugels.