Wat is de betekenis van Harpijen?

De harpijen zijn de dochters van de zeegod Thaumas en de Okeanide Elektra. Ze behoren, twee (Hesiodos: Aëllo en Okypete) of drie in getal, tot de voor-Olympische godengeneratie. Het zijn gevleugelde en monsterlijke gestalten, snel als de stormwind, met een vrouwenhoofd en met het lijf, de vleugels, veren en scherpe klauwen van een vogel. Vaak werde...

1. in de Griekse mythologie vrouwelijke demonen, die onheil brengen. Zij werden als gevleugelde vrouwen met vogelklauwen afgebeeld; 2. harpij, grote roofvogel in de oerwouden van Midden- en Zuid-Amerika. Hij wordt meer dan 1 m hoog en heeft klauwen van 9 cm lang. Apen en luiaards vormen in hoofdzaak zijn prooi,.

Monsterlijke wezens: roofvogels met grote klauwen en een afstotend vrouwengelaat. Zij deden mensen spoorloos verdwijnen of kwelden hen anderszins. Zo roofden zij o.a. het voedsel van Phineus, doch werden door de zonen van Boreas verjaagd en woonden sindsdien op de Strophaden. Daar ondervond ook Aeneas hun plagerijen (Verg. 111,225 e.v.). Wsch. zijn...

(Gr. myth.: de „rovenden”), wezens met hoofden van een mens en lichamen van roofvogels, die de zielen ontvoerden en het leven ontroofden.

in de Griekse mythologie personificaties van de stormwinden (half vogel, half mens), die mensen of voorwerpen wegrukken (Harpijen hangt samen met harpazein, roven). Ook haar namen Aello (Stormwind), Okypete (Snelvleugelige) en Kelaino (Duistere) duiden hierop. In de Ilias is een andere, Podarge (Snelvoetige), de moeder van Achilles&rs...

gevleugelde demonen u/d Grieksche myth., monsters, voorgesteld als vogels met vrouwelijk bovenlijf.

Harpijen - of Harpyiae, in de Gr. mythologie godinnen van den alles meesleurenden storm, of gedrochten, nl. roofzieke vogels met een vrouwengelaat. Zij werden door de góden uitgezonden om het eten van den blinden Phineus te bezoedelen. Volgens Virgilius huizen zij op de Strophadische Eilanden. Zij werden vaak verward met de Sirenen of de Eri...

zijn griezelige wezens uit de Griekse mythologie. Ze werden oorspronkelijk meestal voorgesteld als twee zusters, dochters van Thaumas en Electra. Ze hebben vleugels en vliegen sneller dan de wind. Door latere schrijvers worden zij getekend als roofvogels met meisjesgezichten en menselijke armen met scherpe klauwen. Zij vervullen dan de rol van wra...

eigenlijk stormgodinnen; later afgebeeld als afzichtelijke monsters, zie Phineus.