Grootspant - In scherpe schepen, met een prismatische coëfficiënt tot ± 0,60, is ongeveer op het midden der scheepslengte een spant, waar de breedte van het schip het grootst is en waar het oppervlak der dwarsdoorsnede van het gedeelte, dat onder water komt, grooter is dan van de dwarsdoorsneden daar voor en achter. Dit spant wordt g. genoemd. In vollere schepen is een korter of langer gedeelte, dat onder water den groot-spantvorm heeft en recht- of evenwijdig middenschip genoemd wordt.
Over den invloed der plaats van het g. op den scheepsweerstand is uit een paar proeven door Prof. Sadler gebleken, dat bij kleine snelheden de plaats van het g. weinig invloed heeft, maar dat bij grootere snelheden het grootspant van 0 tot 5% der scheepslengte achter het midden geplaatst moet worden, om een minimum weerstand te krijgen, naarmate de snelheid grooter wordt. Het g. wordt gewoonlijk aangeduid door ®.