Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gnomen

betekenis & definitie

Gnomen - korte zinspreuken, die een algemeene waarheid of regel bevatten; zoodanige komen zoowel in gebonden als in ongebonden stijl in vele litteraturen voor (Hebreeën, Indiërs, Perzen, Arabieren, Scandinaviërs, enz.). In Griekenland bloeide vooral in de 6e eeuw v. C. een rijke gnomische poëzie; beroemde gnomendichters waren Solon, Theognis en Phocylides. Dit leidde tot het aannemen van een soort van college van wijze tijdgenooten, de z.g. zeven wijzen (Thales, Bias, Chilon, Myson, Pittacus, Solon en Cleobulus), dat men zelfs wist te dateeren op 588 v. C. — Gnomicus, gnomendichter; gnomoloog, gnomenverzamelaar.