Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gibea

betekenis & definitie

Gibea - of Gèba (Hebr. „heuvel”) naam, van verschillende plaatsen in Kanaän. De 2 belangrijkste, die wel verward werden, zijn:

1) G. in Benjamin (thans Dsjeba), 3 K.M. ten O. v. Rama (thans Er-Râm), dat zelf 8 K.M. ten N. v. Jeruzalem ligt. Dit G. wordt bedoeld in ’t bekende verhaal van Sauls strijd tegen de Filistijnen, 1 Sam. 13, 16; 14, 5. Tusschen G. en Michmas lag een diepe kloof (thans de wâdî es-Soewênît, zich voortzettend in den wâdî el-Kelt bij Jericho). Deze kloof wordt in Jes. 10, 29, een beschrijving van de snelle nadering van ’t Assyr. leger (een vizioen uit Sanheribs tijd), genoemd: „de doorgang” bij Geba. Nu nog zijn, op de 120 M. hooge kalksteenrots, de overblijfselen van oude vestingmuren te zien.
2) G., de geboorteplaats van Saul (thans Tell el-Foel), 3 K.M. ten Z. v.h. bovengenoemde Rama en 4 K.M. ten O. v. Mizpa (thans En-Nebî Samwîl = „de profeet Samuel”). Dit G. was meer bekend, omdat Saul er vandaan kwam (1 Sam. 11, 4), en omdat ’t lag aan den gewonen verkeersweg over den bergkam, van Jeruzalem uit precies N.-waarts naar Bethel; en aangezien dit G. ook in ’t stamgebied van Benjamin lag, werd ’t ook wel eens „G. in Benji” genoemd, Richt. 19 v., hetgeen aanleiding kon geven tot verwarring. Na de nederlaag bij Eben-ha-ezer en de verwoesting van Silo’s tempel (zie ELI) stelden de Filistijnen te G. een landvoogd aan, 1 Sam. 13, 3 (Stat. Vert. „bezetting”; anderen vertalen: „Jonathan wierp de overwinnigszuil omver”). In later tijd was dit G. een grensvesting van Juda tegen Israël (1 Kon. 15, 16-22, vgl. 2 Kon. 23, 8), zie ASA en BAESA.

< >