Geschuttoren - Het zware geschut aan boord van schepen wordt bijna altijd afzonderlijk óf met twee, drie of vier stuks in gepantserde torens opgesteld. Hiervan bestaan twee soorten, nl. gesloten- of draaibare torens en barbette- of open torens. De pantsering van een gesloten toren bestaat uit een vasten en uit een beweegbaren pantserwal. De vaste pantser wal beschermt de draaibare opstelling van het geschut, terwijl de beweegbare pantserwal het kanon met affuit, enz. beschermt en door stoom-, electrische-, hydraulische- of handkracht, met alles wat daar binnen staat, gedraaid wordt.
Bij den barbettentoren heeft de op het bovendek vaststaande pantserwal meestal een peervorm, waar binnen de kanonnen, enz. op een draaischijf zijn opgesteld, die ook weder op bovengenoemde manier gedraaid worden. De kanonnen komen met de monding boven den torenwal uit en worden door een meedraaiend schild beschermd. Benige voordeelen van een barbettenboven een gesloten toren zijn het kleiner gewicht, dat gedraaid moet worden en daardoor kleiner uit te oefenen kracht, grooter bereikbare opstellingshoogte; minder kans, dat het draaien belemmerd wordt door het beschadigen van het dekrond den toren; daar tegenover staat het nadeel, dat de kanonnen en de bedieningsmanschappen minder goed beschermd zijn.