Gasgloeilicht - een uitvinding van den scheikundige Auer von Welsbach (1885). Terwijl bij de oude manier van gasverlichting de in het lichtgas zelf voorhanden koolstof in de vlam aan het gloeien gebracht wordt en zoo het lichten veroorzaakt, werkt bij het g. de vlam slechts als warmtebron, terwijl het lichten wordt opgewekt door een boven de vlam opgehangen gloeilichaam, hetwelk door de vlam aan het gloeien wordt gebracht; doordat bij het g. een niet lichtende vlam wordt gebruikt, en het gas dus in een kleiner volume verbrandt, wordt de temperatuur van de vlam hooger dan van de roetende gasvlam, terwijl het weinig warmtegeleidende kousje de temperatuur niet, zooals andere erin gehangen voorwerpen verlaagt. Ook is het niet onwaarschijnlijk, dat het fijn verdeelde ceriumoxyde, dat in de gloeikous op het isoleerende thoriumoxyde is verspreid, een catalytischen invloed op de verbranding van het gas uitoefent en daardoor plaatselijk een nog hoogere temperatuur aanneemt.
Volgens de stralingswetten neemt de uitstraling van de stralen van korte golflengte, dat zijn in het algemeen dus de lichtstralen, met het toenemen van de temperatuur zeer sterk toe, zoodat het rendement aan licht beter wordt, naarmate de temperatuur van het lichtuitstralende lichaam hooger is; vandaar dat g. een voordeeliger lichtbron is dan het gewone gaslicht Bovendien is het zeer waarschijnlijk, dat men bij het g. nog te doen heeft met een luminescentieverschijnsel, d. w. z. dat de verhouding van de verschillend breekbare stralen een andere is dan bij een z.g. „zwart” lichaam, n.l. dat een grooter deel van de energie, die wordt uitgestraald, als meer breekbare stralen van korte golflengte, dus als lichtstralen, een kleiner deel als warmtestralen wordt uitgezonden, dan bij een normaal stralende stof. Het g. is het goedkoopste gaslicht; verder is de warmte- en koolzuur-ontwikkeling zóó gering, dat het ook uit hygiënisch oogpunt verkieslijker is dan de open gasvlam, die dan heden ook vrijwel door het g. verdrongen is. Voor het belangrijkste onderdeel van het g., het gloeilichaam of gloeikousje, zie GLOEIKOUS, voor de constructie der gasgloeilichtlampen, zie bij GASVERLICHTING.
