Froude (William, L. L. D., F. R. S.), geb. in 1810, bezocht de school te Westminster en het „Oriel College” te Oxford, kreeg daarna een betrekking als ingenieur, werd in 1838 assistent van Mr. Brunei aan den Bristolen Exeterspoorweg, tot hij in 1846 na den dood zijns vaders zijn ontslag nam. Daarna hield hij zich meer bezig met onderzoekingen over het uitstroomen van water onder druk, den druk op een vlak, dat in schuinen stand door een vloeistof beweegt, het slingeren van schepen en zette een theorie op over de mogelijkheid van een golfvorm, bekend als de trochoidale zeegolf. Hij was een voorstander van kimkielen en had hen ook met succes op verschillende schepen toegepast.
Vooral van belang zijn zijn onderzoekingen op het gebied van weerstand en voortstuwen van schepen, waarvan in het bijzonder bekend is de z.g. vergelijkingswet. Hiervoor was een sleeptank gebouwd met alle daarbij behoorende toestellen te Chelston Cross, Torquay. Voor het bepalen van wrijvingsverliezen in stoommachines ontwierp hij een dynamometer, waarmede tot 2000 P.K. gemeten kon worden. Het groote belang van zijn werk werd door velen gewaardeerd. In 1870 werd hij gekozen tot „Fellow of the Royal Society”; in 1876 kreeg hij den graad van LL.
D. van de Universiteit te Glasgo w en in het zelfde jaar de Kon. medaille van de „Royal Society” voor zijn onderzoekingen omtrent het slingeren, den weerstand en het voortstuwen van schepen. In 1878 werd hij op een reis door de Kaap ongesteld, stierf 1879 en werd gevolgd door officieren en bemanning van Engelsche oorlogsschepen begraven in het marinegraf te Simons Town. Zijn nagedachtenis wordt in Nederland bewaard, door de in 1903 opge richte Vereeniging van scheepsbouwkundige studenten der Techn. Hoogeschool te Delft, onder den naam van „Scheepsbouwkundig Gezelschap William Froude’’.