Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Fénelon (françois de salignac de la mothe)

betekenis & definitie

Fénelon (françois de salignac de la mothe) - 1661-1715, voelde reeds vroeg in zich grooten zendingsijver, dien hij in het werk zette als leider der Nouvelles Catholiques, en als hersteller van het R. K. geloof in de streek van Aunis en Saintonge, waar hij zich een voorstander toonde van de bekeering door geestelijke middelen (prediking en katechese) behalve in zeer ernstige gevallen, waar ook hij het geweldsysteem der dragonders aanbeval. Het geweldige gevolg zijner werkzaamheid maakte hem vooral bekend, zoodat Lodewijk XIV hem de opvoeding zijner drie kleinkinderen opdroeg, maar door zijn gewaagd geschrift Aventures de Télemaque (1699) haalde hij zich de vorstelijke ongenade op den hals, nadat reeds vroeger zijn vrijmoedige briefwisseling met Mad. de Maintenon en zijn deelnemen aan de quietistische beweging zijn reputatie hadden geschokt. Zijn Explication des maximes des Saints (1697) bevatten zoo aanstootelijke leeringen, dat Bossuet van Innocentius XII, gedaan kreeg dat deze 23 stellingen uit dit werk voor dwaalleer verklaarde. F. trok die stellingen in.

Sedert bepaalde hij zich hoofdzakelijk tot het bestuur van zijn aartsbisdom Cambrai, dat hij sedert 1695 bestuurde, en waarbij hij zich vooral toelegde op de vorming van een goed onderlegde priesterschap. Ook als prediker had hij een grooten naam. In de Jansenistische woelingen bewees hij ondanks alles onverdacht Roomsch te zijn gebleven.

< >