Feith (hendrik octavius) - 1813-1895; van 1849-1882 provinciaal archivaris in Groningen; daarop na de nieuwe regeling van het archiefwezen tot 1892 rijksarchivaris in Groningen. Zijn dissertatie De Gildis Groninganis (Gron. 1838) wordt nog gewaardeerd. Als archivaris bewoog hij zich op historisch-juridisch, zoowel als op zuiver historisch terrein. Hij gaf een reeks van bronnenpublicaties betreffende de geschiedenis van Stad en Lande in het licht: Het Oldermansboek of verzameling van stukken, behoorende tot het Gild-, Water- en Stapelregt van de stad Groningen (Gron. 1850); De kronijken van Emo en Menko (met G. Acker Stratingh; Utr. 1866.) Deze publicaties werden afgewisseld door talrijke artikelen in periodieken, met name in het door hem met G. Acker Stratingh en W. B. J. Boeles opgerichte en geredigeerde tijdschrift: Bijdragen tot de Geschiedenis en Oudheidkunde, inzonderheid van de provincie Groningen; 10 deelen, 1864-1873.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk