Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Endossement

betekenis & definitie

Endossement, de wijze, waarop orderpapier van den een aan den ander wordt overgedragen, bestaande in eene aanteekening van die strekking op den rug (Ital.: in dorso) van het stuk. De we erkent deze wijze van overdracht uitdrukkelijk voor den wissel aan order (133—139 K.) , het orderbriefje (209 K.), de assignatie aan order (212 K.), het cognossement aan order (508 K.) en den bodemerijbrief aan order (573 K.). Zij geldt echter voor alle orderpapieren. Behalve endossement is voor overdracht tevens overgave van het stuk vereischt. Het zelfde geldt ook bij inpandgeving van orderpapier (1198 bis B. W.): ook deze geschiedt door endossement en overgave.

Onze wetgeving geeft niet eene algemeene regeling van het endossement. Voor den wissel geeft zij eenige bepalingen, die echter niet kunnen worden beschouwd als geldig voor alle orderpapier. Wel verklaren artt. 209 en 212 K. ze toepasselijk op end. van orderbriefjes en assignatiën aan order (behoudens art. 219 K.). — Hij, die een stuk door end. overdraagt, heeten dossant of cedent, hij aan wien het wordt overgedragen geëndosseerde of cessionaris. Het endosseeren wordt ook wel gireeren, de endossementen worden samen wel giro genoemd. — Voor wissels aan order bepaalt art. 133 K., dat ze door end. kunnen worden overgedragen, zoolang ze niet vervallen zijn. — Het end. wordt op den wisselbrief, of op de secunda, tertia enz. daarvan gesteld en moet zijn gedagteekend en onderteekend. Het behelst den naam van den persoon, aan wien, of aan wiens order, de betaling moet geschieden, met bijvoeging van „genoten waarde” of van „waarde in rekening” (valuta-clausule) (134 K.). Het endossement luidt dus veelal b. v. als volgt: „Voor mij aan den heer A. of order. Waardegenoten (of: „Waarde in rekening”). Rotterdam, 12 September 1916,” gevolgd door de handteekening van den endossant. — Luidt een end. niet aan order van den geëndosseerde maar aan hem uitsluitend, zoo spreekt men van een Rekta-endossement. — Indien de waarde van een derde afkomstig was, wordt daarvan, met aanduiding van dien derde, in het end. melding gemaakt (134 K.). — Het end. de vereischten missende bij art. 134 K. gesteld, wordt tusschen endossant en geëndosseerde voor een volmacht gehouden, strekkende om het in den wissel uitgedrukt bedrag zelfs in rechte in te vorderen (men spreekt hier van Onvolledig end. en, indien het werkelijk de bedoeling is, dat de geëndosseerde den wissel voor den endossant int, van Incasso-end.) (135 K.). Is het onvolledig endossement aan order gesteld, dan heeft de geëndosseerde de bevoegdheid den wissel aan anderen over te dragen, behoudens zijne verantwoordelijkheid jegens zijn lastgever (135 K. ) — Een end. kan ook in blanco geschieden (blanco-end.) door de bloote naamteekening van den endossant op den wissel gesteld. Zoodanig end. wordt gerekend de erkenning van genotene waarde te bevatten en draagt het recht op den inhoud van den wissel aan den houder over (136 K). — Hoewel in het algemeen hij, die krachtens een papier aan order tot betalen gehouden is, zich slechts van het formeele recht van den houder behoeft te vergewissen, d. i. slechts behoeft na te gaan of de reeks endossementen aaneensluit en of daaraan uiterlijk niets ontbreekt (zgn. formeele legitimatie), doet een valsch wisselendossement het recht op den inhoud van den wissel niet overgaan; alle latere endossementen vervallen, onverminderd de rechtsvordering van den houder tegen al de teekenaars dier endossementen; de endossementen, ouder dan het valsche, behouden echter hun kracht en waarde (137 K.). De houder die betaling ontvangt en alle vroegere endossanten zijn aan hem, die den wissel betaald heeft, verantwoordelijk voor de wettigheid van alle vroegere endossementen (166 K.). Vergel. ook art 70 K. dat, ingeval de koop van een wissel of een ander dergelijk verhandelbaar effect door de bemiddeling van een makelaar plaats heeft gehad en deze het stuk aan den kooper heeft ter handgesteld, dezen makelaar tegenover den kooper verantwoordelijk stelt voor de echtheid der zich daarop bevindende handteekening van den verkooper. — Het is verboden in het end. eene vroegere dagteekening dan die, waarop men het werkelijk onderteekent, uit te drukken (zgn. antedateeren), op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen en onverminderd strafvervolging, zoo daartoe gronden zijn (138K.). — Wisselbrieven, waarvan de vervaldag is verstreken of die niet betaalbaar gesteld zijn aan order, zijn niet vatbaar voor end., maar zij moeten bij eene afzonderlijke akte van cessie, volgens de voorschriften van het B. W., worden overgedragen (139 K.) — Is de achterzijde van een wissel met endossementen volgeschreven, zoo plakt men er een verlengstuk, Allonge geheeten, aan, waarop de reeks end. kan worden voortgezet. — Zie voor de aansprakelijkheid van de endossanten voor betaling van den wissel (186 K.) onder WISSEL.

< >