Betaling - het voldoen eener schuld, in het bijzonder, wanneer zulks in betaalmiddelen geschiedt. De schuldeischer behoeft niet met betaling in gedeelten genoegen te nemen (zie AFBETALING; art. 1426 B. W., anders bij wissels, artt. 168 en 169 K.). Indien niets daaromtrent is overeengekomen, moet de b. geschieden ter woonplaatse van den schuldeischer, zoolang deze bij voortduring blijft wonen in de ge meente alwaar hij, ten tijde van het aangaan der verbintenis, woonachtig was, en anders ter woonplaat se van den schuldenaar (art. 1429 B. W.) (anders bij order- en toonderpapieren, zooals wissels, promessen, enz., waarvan de betaling altijd aan den schuldenaar moet worden gevraagd: haalschuld). De kosten op de b. vallende, komen ten laste van den schulde naar (art. 1431 B. W.). Waar het B. W. van b. spreekt, is daaronder veelal ook begrepen de voldoening aan eene verbintenis om iets anders dan geld te geven. In deze ruime beteekenis wordt de b. in hoofdzaak geregeld in de artt. 1417—1439. Men onderscheidt b. à contant (dat is terstond of in den handel veelal binnen 30 dagen) en b. op een ander tijdstip (b.v. vooruitb. of b. zooveel maanden na dato).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk