Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Doopbediening

betekenis & definitie

Doopbediening - Deze heeft in onderscheiding met het avondmaal slechts eens bij denzelfden persoon plaats. Zooveel mogelijk erkennen de kerken elkanders d. Nooddoop komt bij R. K. en Lutherschen voor. De huisdoop is uitzondering. Om de kinderen en moeders laat men wel den d. aan den predikdienst voorafgaan; het liturgisch beginsel leidt tot de omgekeerde volgorde.

Aan de d. gaat de voorlezing van het doopformulier doorgaans vooraf, dat een aantal doopvragen bevat, waarop de ouders bevestigend hebben te antwoorden. In sommige streken houden de vaders, meestal echter de moeder, hun kinderen ten doop. De d. geschiedt door besprenging (adspersio) op het voorhoofd. Vroeger had men en heeft men nog hier en daar immersio (onderdompeling) en infusio (begieting), waarbij het doopwater van het voorhoofd weg moest vloeien. De doopformule, wel van het formulier te onderscheiden, is naar Matth. 28:19. Ter aansluiting aan de trinitarische formule wordt dikwijls driemaal het hoofd besprenkeld. Waar men den kinderdoop huldigt, laat men kinderen van omstreeks 12 jaren doorgaans er mede wachten, tot hun aanneming, wanneer ze op belijdenis worden gedoopt. Vgl. H.J. Olthuis, De doopspraktijk der Geref. kerken in Nederland, 1568-1816, 1908 en E.F. Kruyf, Liturgiek, 1901 bl. 140 vv.