Doopformulier - Niet te verwarren met de doopformule, zie DOOPBEDIENING. Het d. in de Hervormde en Gereformeerde kerken in gebruik is afkomstig uit de Liturgie van den Palts. Het werd door P. Dathenus vertaald en in 1574 te Dordrecht bekort. Het wordt geheel of gedeeltelijk voorgelezen vóór de doopbediening.
Vgl. H.H. Barger, Ons kerkboek, bl 193 v. en B. Wielenga, Ons doopformulier, 1908. Dit formulier veronderstelt den kinderdoop. Voor hen, die eerst op later leeftijd gedoopt worden, bestaat een formulier over den doop der „bejaarden”, welk woord destijds bedoelde: volwassenen. Dit d. wordt weinig meer gebruikt, omdat bij de geloofsbelijdenis het doen van doopvragen bovendien een „bis in idem” zou zijn. Vgl. A. Kuyper, Onze Eeredienst, bl. 412 v.