Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dinka

betekenis & definitie

Dinka - een groep Afrikaansche stammen aan den Boven-Nijl, voornamelijk in den hoek, die gevormd wordt door de rivieren Bahr el Ghasal en Bahr el Djebel, maar ook nog verder naar het Oosten. Zij behooren tot de z.g. „Nijlnegers”, onder welke benaming men de bevolking samenvat van het stroomgebied van den Witten Nijl van af den Westelijken oever van het Albert-meer en den N.O. hoek van het Victoria-meer tot aan den 12en graad N.B. Hoe deze stammen anthropologisch te beoordeelen zijn, is nog niet geheel zeker: het zijn noch onvermengde Soedannegers, noch Hamieten. Ook hunne talen zijn zoozeer van Ham. elementen doortrokken, dat het karakter der niet-Ham. onderlaag niet meer te herkennen is.

Ten gevolge van de ontoegankelijkheid van hun gebied staat hun cultuur minder onder Aegyptischen invloed dan men zou verwachten. Zij houden zich vooral bezig met ijzerindustrie en veeteelt; vooral de Dinka’s zijn hartstochtelijke veefokkers. Zie G. Nachtigal, Sahara und Sudan (Berlin 1879—1881; Leipzig 1889); G. Schweinfurth, lm Herzen von Afrika (Leipzig 1874); F. Stuhlmann, Handwerk und Industrie in Ostafrika (Hamburg 1910).

< >