Dertien - (als ongeluksgetal). Van de oudste tijden af tot nu toe had het getal 13 een geheimzinnige beteekenis. Nog tegenwoordig geldt het „met 13 aan tafel” als kwaad voorteeken; vg. Béranger’s: treize à table.
Hôtels slaan bij ’t nummeren der kamers, ?t nummer 13 soms over ; huiseigenaren willen hun huis niet als 13 genummerd hebben, enz. De populaire opvatting leidt dat af van Jezus’ laatsten maaltijd met zijn 12 discipelen, waarop Judas’ verraad en Jezus’ kruisiging volgde. Maar die speciale beteekenis van 13 is al veel ouder: de mythologieën van alle oude volken zijn er vol van: 13 is óf ongeluksgetal óf geluksgetal bij de Babijloniërs, Indiërs, Grieken, Germanen, Mexicanen, Verschillende verklaringen: uit den dierenriem met zijn 12 beelden, uit ’t getal der maanden, uit de maan-phasen, uit de epagomenen, uit de ondeelbaarheid en onontbindbaarheid van 13, enz. Voor dit laatste pleit, dat de andere „ouderlooze” getallen (3 en 7) eveneens overal bijzondere beteekenis hebben. E. Böklen, der Unglückszahl Dreizehn, 1913; Chr. Petersen, das Zwölfgöttersystem der Griechen u. Romer.
