Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Convict

betekenis & definitie

Convict - (Lat. convictus, ook convictorium), etymologisch gelijk aan vita communis = gemeenschappelijk leven, wijst op een inrichting, welke reeds sinds het einde der 4e eeuw door vele bisschoppen van het Oosten en van het Westen, zooals Basilius, Eusebius van Vercelli, Ambrosius, Augustinus en anderen, op den grondslag van het gemeenschappelijk kloosterleven aan hun geestelijken werd voorgeschreven; ten behoeve van een gemakkelijker handhaving van de kerkelijke tucht en van wederkeerige versterking en stichting leefden deze geestelijken onder persoonlijk toezicht en leiding der bisschoppen in een gemeenschappelijke woning, met een vasten regel. — Thans beteekent c., met name in Duitschland, een huis, waarin aspiranten voor den geestelijken stand tegen matige geldelijke vergoeding gehuisvest zijn, naast het onderricht in de theologische leervakken tegelijk door een gemeenschappelijken huis- en levensregel aan de schadelijke invloeden van de buitenwereld onttrokken en tot den geestelijken stand worden voorbereid. Deze c. zijn een gedeeltelijk surrogaat voor het ontbreken van eigenlijke seminaries. Tijdens den Kulturkampf in Duitschland werden vele c. gesloten; bij de wet van 21 Mei 1886 werd den bisschoppen weer toegestaan c. te stichten bij gymnasia, universiteiten en seminaries. — C. beteekent ook een inrichting, waarin anderen dan aspiranten voor den geestelijken stand gemeenschappelijk samenwonen; en aan vele Duitsche universiteiten is c. de plaats, waar de studenten gebruik maken van de voor hen bestemde z.g. Freitische.

< >