Ceres (planeet) - de 1e planetoide*, den 1en Januari 1801 door Piazzi te Palermo in den Stier, als ster der 8ste grootte, ontdekt, en door hem naar de godin Ceres genoemd. Na de ontdekking (1781) van Uranus, die de wet van Thius* scheen te bevestigen, vatte een vereeniging van meest Duitsche sterrenkundigen het plan op, om stelselmatig naar een planeet te gaan zoeken, die op een afstand van 2.8 astron. eenheden* om de zon moest loopen. Piazzi, die buiten deze vereeniging stond, ontdekie de planeet toevallig bij zijn waarnemingen voor een uitvoerigen sterrenkatalogus. Hij vervolgde haar zes weken lang, maar werd ziek en toen hij de waarneming weder wilde hervatten, was C. in de avondschemering verdwenen, en het was nu zaak, haar een paar maanden later in de ochtendschemering terug te vinden.
Dat dit is gelukt (v. Zach zag C. 31 Dec. 1801, Olbers den volgenden dag), is te danken aan Gauss, die onmiddellijk, nadat het nieuws van Piazzi’s ontdekking hem bereikt had, het probleem aanvatte en oploste, om een planetenbaan uit 3 of 4 waarnemingen te berekenen, en op grond van zijn berekeningen de plaats aangaf, waar C. staan moest. De baan bleek inderdaad een halve groote as 2.8 te hebben. C. kan de 7de grootte bereiken. Haar middellijn werd door Barnard op 770 K.M. bepaald, d. i. dus bijna één zestiende van de middellijn der aarde. Als symbool ziet men voor C. wel een sikkel.