Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brouwershaven

betekenis & definitie

Brouwershaven - Stadje op het Zeeuwsche eiland Schouwen. B. ontving naam en bestaan van den aanvoer der Hollandsche bieren, door Hollandsche en Delftsche brouwers aangevoerd. Het was waarschijnlijk oorspronkelijk de haven van het Brouwersdorp (Briedersdorp, thans gehucht Brijdorp). De stad stond oudtijds onmiddellijk onder de Zeeuwsche graven.

In het laatst der 14e eeuw werd zij in leen gegeven aan heer Floris van Kijfhoek. In 1426 had in de nabijheid der stad de slag plaats tusschen den hertog van Glocester, gemaal van Jacoba van Beieren, en Filips van Bourgondië. In 1461 had B. nog geen stederechten. Het verkreeg die eerst onder Karel den Stouten in 1742. In 1573 stond zij den Prins van Oranje dapper ter zijde, waarvoor zij in 1582 het recht kreeg, de stad te mogen omwallen, hetgeen in 1590 voltooid was. In 1820 werden de poorten afgebroken. Na de afzwering der Spaansche heerschappij verkreeg de Regeering de rechten der Heerlijkheid van den stede B. Toen de bierhandel afnam, kwam de stad door de haringvisscherij tot grooten bloei. In 1545 leed zij zeer door zwaren brand en in 1682 verdronk door den Watervloed een groot gedeelte van haar gebied.

Na dien watersnood heeft B. langzamerhand veel van de vroegere welvaart verloren. In 1839 werd het B. zeegat betond, waarvan het gevolg was, dat de diepgaande schepen uit zee, bestemd voor Rotterdam, Dordrecht en Schiedam, aldaar ter reede kwamen en er een veilige ankerplaats vonden om een gedeelte der lading te lossen, die door binnenschepen op de bestemming werden gebracht en daarna, na lichting, hare reis vervolgden. De schepen, naar zee bestemd, kwamen van genoemde havens naar hier om op een gunstigen wind te wachten voor de uitreis. In 1849 werd het loodsgebouw gesticht, dienende tot woning van den Inspecteur van het loodswezen, den Commissaris der loodsen en den ontvanger der loodsgelden. Na dien tijd nam de scheepvaart meer en meer toe. In 1871 werd er alleen aan loodsgelden f 171.000 ontvangen. Deze welvaart bleef aanhouden tot de Rott. Nieuwe Waterweg zoo diep werd, dat de schepen zonder lichting aldaar konden binnenvaren.

De bevolking, toen ter tijde bijna 2000 zielen bedragende, is thans slechts ruim 1300. Toch heerscht hier tegenwoordig niet zooveel armoede, als tijdens de drukke scheepvaart. B. heeft een zeer groote Protestantsche kerk. De tijd der stichting van de kerk is niet juist te bepalen. De kerk was gewijd aan de apostelen Petrus en Paulus. Ze heeft een overwulfdpand en enkele kapellen,waarin grafplaatsen. Het orgel, in 1557 vervaardigd, is een der merkwaardige orgels uit de beeldstormerij overgebleven. Behalve dit orgel vindt men in de zg. preekkerk nog een prachtigen predikstoel met doophek, 31 October 1772 ingewijd.

Verder heeft B. een zeer oud stadhuis, waarvan het achterste deel dagteekent van vóór 1500. In 1599 werd het te klein bevonden en werd er aan de O.zijde een stuk tegengebouwd met een fraaien gevel, die aan de Vlaamsche Renaissance-stijl herinnert. De voormalige oude waag bestaat nog, doch wordt niet meer als zoodanig gebruikt. Ook treft men er op het havenplein een standbeeld aan van Jacob Cats. Als bewijs van gehechtheid aan zijn geboortestad zond hij haar ip de laatste jaren van zijn leven een pracht-exemplaar zijner werken, dat nog altijd in het archief bewaard wordt. Van wege het departement Schouwen der Mij. tot Nut van ’t Algemeen, gesteund door vele bijdragen, werd te zijner eere een standbeeld op de markt opgericht en den 11den December 1829 onthuld. Nadat in 1864 een gedeelte der binnenhaven gedempt was, is het beeld in 1884 overgeplaatst naar het midden van het havenplein en door genoemd Departement Schouwen in vollen en altijddurenden eigendom overgedragen aan de gemeente. B. B. is de geboorteplaats van den waterbouwkundige Andries Schraver* (1745).

< >