Botzaris (markos) - Grieksch vrijheidsheld, geb. omstreeks 1788 in Suli als zoon van den in 1809 door Ali Pascha vermoorden hoofdman Kitsos B., diende eerst in een Fransch regiment op de Ionische eilanden, sloot zich vervolgens bij de Hetaerie der Philikers aan en keerde 1820 naar Epirus terug, om voor zijne landgenooten dit land in bondgenootschap met Ali Pasja op de Turken te veroveren. Na het uitbreken van den Griekschen opstand begaf B. zich in ’t begin van 1822 naar de bijeenkomst der Grieksche aanvoerders te Korinthe, beraamde de expeditie van Maorokordatos naar Epirus, die met de nederlaag der Grieken bij Peta 16 Juli 1822 eindigde, en verdedigde van 1822—23 Missolonghi heldhaftig. In April 1823 werd hij door de Grieksche NationaleVergadering tot opperbevelhebber in Aetolië benoemd, veroverde 13 Mei Lepanto en rukte met 1200 man het 13.000 man sterke Turksche leger onder bevel van Moestai Pasja van Skoetari maar Karpenisi tegemoet. In den nacht van 20 op 21 Aug. sloop B. met 360 Soelioten het kamp der Turksche voorhoede, die onder bevel van Dschelal-eddin-Bei stond, binnen en richtte hier een vreeselijk bloedbad aan, terwijl de Grieken ondertusschen van buitenaf het kamp aanvielen.
B. bekocht deze moedige daad met den dood en werd met groote eer te Missolonghi begraven. Zijne heldendaden werden later in liederen bezongen. Zijn zoon Dimitri B., geb. 1813, overl. 17 Aug. 1871 te Athene, klom op tot kolonel der artillerie, was driemaal Minister van Oorlog onder de Koningen Otto en George en werd tweemaal tot lid der Nationale Vergadering gekozen.