Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bornelh

betekenis & definitie

Bornelh (Giraut de), geb. in het midden der 12e eeuw te Excideuil, bij Périgueux. Hij behoort met Guilhem de Poitiers, Cercamon, Marcabrun, Jaufré Rudel, Bernart de Ventadorn, Peire Rotgier, Peire d’ Alvernhe, Richard Leeuwenhart en Bertran de Born tot de oudste en voornaamste troubadours. Vele zijner „canzonen”, minnezangen, „sirventes”, gedichten van moreelen, godsd., politieken of persoonlijken aard, en „tenzonen”, dichterl. twistgesprekken over allerlei onderwerpen, zijn bewaard gebleven. Bij zijn tijdgenooten stond de Provençaalsche minnedichter, ondanks zijn nederige afkomst, hoog aangeschreven.

Men noemde hem den „meester” der troubadours en stelde hem boven Bernart de Ventadorn. ’s Winters werkte en studeerde hij, ’s zomers bezocht hij de hoven in gezelschap van twee zangers, die zijn gedichten zongen. Hij wilde niet huwen. Alles, wat hij verdiende, gaf hij aan zijn arme ouders en aan de kerk van zijn geboorteplaats. Hij had een avontuur met een dame, Alemande d’Estanc genaamd, die hem den rug toekeerde, toen het bleek, dat hij den handschoen, dien zij hem schonk als onderpand van liefde, verloren had. De trouweloosheid van zijne „dame” en de dood van Richard Leeuwenhart, dien hij naar het Heilige Land vergezeld had, schokten hem zóó diep, dat hij langen tijd zijn dichterlijken arbeid staakte. Later begaf hij zich naar Spanje en vertoefde aan het hof van Alphonsus VIII, koning van Kastilië, die hem met geschenken overlaadde. Maar bij zijn terugkeer werd hij door Sancho den Sterke, koning van Navarre, van al zijn goed beroofd. Tot overmaat van ramp verloor hij bij de plundering van Excideuil, in 1211, zijn geheelen boekenschat. — Zie: Chabaneau, Les Biographies des Troubadours en langue provençale, Toulouse, 1885.

< >