Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Toulouse

betekenis & definitie

Toulouse - 1) naam van een Fransch graafschap, dat voor ’t eerst genoemd wordt in 807 en onder Raymond III (923-950), die zich roem verwierf in den strijd tegen de Hongaren, uitgebreid werd met Auvergne en Aquitanië, dat evenwel onder zijn opvolgers weer verloren ging. In de 12de eeuw was de zetel van de graven Toulouse het middelpunt van een opgewekt geestelijk leven, maar werd het graafschap een brandpunt van allerlei van het Katholicisme afwijkende stroomingen (zie MANICHAEISME). Ten slotte werd de beweging der Albigenzen van zoodanige beteekenis, dat de paus Innocentius III besloot, tegen hun beschermer Raymond VI (1195-1222) op te treden. In 1209 viel een kruisleger onder abt Arnold van Citeaux in ’t graafschap, dat vreeselijk te lijden kreeg.

Verschillende plaatsen (o. a. Béziers) werden uitgemoord en verwoest. Raymond wordt verbannen (1210) en eenige jaren later (1215), nadat een poging van zijn zwager, Pedro II van Aragon, om hem te steunen, mislukt was, afgezet, ’t Graafschap kwam aan Simon van Montfort en slechts een klein deel bleef in ’t bezit van Raymond’s zoon, Raymond VII. ’t Gelukte evenwel Raymond VI in 1218 zijn graafschap te heroveren en zich te handhaven tegen een tweede kruisleger onder Lodewijk, den zoon van Philips II August. Lodewijk VIII hervatte in 1223 den oorlog tegen Raymond VII (1222-1247), die in 1229 genoodzaakt was een groot deel van zijn land aan den Franschen koning af te staan. De rest van zijn gebied kwam na zijn dood (1247) in ’t bezit van de Fransche kroon. — 2) hoofdstad van het Fr. dept. Haute-Garonne; ± 150.000 inw.; aan de Garonne, waar deze zich met het Canal du Midi verbindt, aan den Westelijken uitgang van het „Poort van Carcassonne” genoemde dal, dat de verbinding vormt tusschen het bekken van Aquitanië en Provence; aan den spoorweg Bordeaux-Marseille. De stad heeft over ’t algemeen een ouderwetsch voorkomen. Vele, nu voor andere doeleinden gebruikte, oude kloosters. T. is de zetel van een aartsbisschop en heeft een universiteit.

De industrie verwerkt vooral de landbouw- en veeteeltartikelen der zeer vruchtbare omgeving. Ook metaal-industrie. ’t Is de belangrijkste marktplaats voor Z.-Frankrijk. — Geschiedenis. Het oude Tolosa was de hoofdstad der Gallische Volcae Tectosages en werd onder Romeinsche heerschappij een rijke handelsstad. Omstr. 413 werd het hoofdstad van het W.-Gotische rijk (zie WESTGOTEN), dat in 507 door de Franken werd veroverd; in de 7de eeuw hoofdstad van Aquitanië. Zie verder TOULOUSE (GRAAFSCHAP). T. was later hoofdstad der provincie Languedoc. In 1562 werden de Hugenoten er uitgemoord. In de omgeving versloeg in 1814 een Eng. leger onder Wellington de koninklijke troepen.

< >