Bois (jules)

betekenis & definitie

Bois (jules) - Fr. letterkundige, geb. 1870 te Marseille; bundels verzen, kritieken, philosop. getinte romans: L’Eve nouvelle (1896, pleidooi voor gelijkstelling van de vrouw met den man in zedel. en maatschappel. opzicht), La femme inquiète (1897, waarin de gelijkgestelde vrouw wordt voorgesteld als verlegen met en gebukt gaande onder haar eigen overwinning), Une nouvelle douleur (nl. van den man, die in de vrouw, die hij lief heeft, een wezen ontmoet, dat verstandelijk en zedelijk naast of zelfs boven hem staat en zich kant tegen zijn gezag, 1894), Le monde invisible (kritiek op spiritisme, occultisme, theosophie enz.), Une seule morale pour les deux sexes (verzamelde stukken, waarin hij den aard en de grenzen van zijn feminisme aangeeft), Les Noces de Satan (dramat. dichtstuk), La porte héroïque du Ciel (esoterisch drama), Hippolyte couronné (treurspel, 1904) enz.