Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boekdrukpers

betekenis & definitie

Boekdrukpers - toestel tot het afdrukken van den drukvorm* op papier. Het oudste toestel was de handpers, eerst van hout en later ten deele of geheel van metaal vervaardigd, waarin do drukvorm in een bak op eene soort slede (de kar) werd bevestigd, welke horizontaal over een rooster kon bewegen. Het te bedrukken papier werd vervolgens in een deksel (de tympaan, een houten raam met perkament of doek bespannen) gelegd, welke met scharnieren aan eene der korte zijden van den bak was bevestigd. Aan de tympaan was weer een ander beweegbaar raam (het verschet) vastgemaakt, waarin een blad papier was gespannen.

In dat blad waren openingen gesneden, die met het zetsel van den drukvorm correspondeerden, en dus na het toeslaan niet alleen het te bedrukken vel papier vasthielden, maar ook de marges tegen besmetting beschermden. In het tympaan paste weer een ander raam (de bom), dat het drukdoek vasthield, en welk doek diende om den druk scherper te doen zijn. Na het inkten van den drukvorm met tampon of handrol, werd de slede door middel van een ronsel onder den degel gevaren en door het overhalen van een boom, den degel, die tusschen stijlen op en neer bewoog, gelijkmatig naar beneden geperst. Zoodoende kregen drukletters en papier contact en kon de inkt zich overzetten. Na het terugvaren der kar wipte de tympaan automatisch door toedoen van een gewicht op (noodig om ’t verschuiven van het papier te voorkomen), kon het bedrukte blad worden uitgenomen, en de geheele bewerking worden herhaald.

Het arbeiden in twee tempo’s veranderde sedert 1773 toen F. A. Didot een pers construeerde, waarbij het invaren der kar en het aanzetten van den degel in één beweging kon geschieden. Bij eene bediening door twee personen, de één om den vorm te inkten en de ander om het papier in te leggen, onder den degel te brengen en af te drukken, was het mogelijk omstreeks 250 afdrukken per uur te maken. Aan deze omslachtige wijze van werken, welke ruim drie eeuwen toepassing vond, kwam omstreeks 1860 door de uitvinding van andere boekdrukpersen een einde. Zie verder DEGELDRUKPERS en SNELPERS.