Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bekrachtiging

betekenis & definitie

Bekrachtiging - Volgens art. 1929 B. W., is eene ak te waarbij eene verbintenis, tegen welke de wet eene vordering tot nietigverklaring of tenietdoening toelaat, bevestigd of bekrachtigd wordt, slechts van waarde, indien zij melding maakt van den hoofdin houd dezer verbintenis alsmede van de reden, waar om de tenietdoening zoude kunnen gevraagd wor den, en van het oogmerk om het gebrek, waarop die vordering zoude berusten, te verbeteren. — Bij ge breke van een akte van bevestiging of b. is het vol doende, dat de verbintenis vrijwillig is ten uitvoer gebracht na het tijdstip, waarop dezelve, op eene bestaanbare wijze, had kunnen bevestigd of be krachtigd worden. — De bevestiging, bekrachtiging of vrijwillige nakoming eener verbintenis, in den vorm en op het tijdstip door de wet vereischt, ge daan, wordt gerekend voor eenen afstand der mid delen en exceptiën, welke men anders tegen die akte zoude hebben kunnen in het midden brengen; onverminderd nochtans het recht van derden. — B. van eene rechtshandeling, waaraan eenig gebrek kleeft is in den regel altijd mogelijk (zie artt. 1492, 1698, 1844 B. W.). Zij wordt echter uitgesloten bij eene schenking, die nietig in den vorm is (art. 193Ö B. W.) behalve in het geval van art. 1981 B. W. De b. eener akte mag op dat stuk zelf worden gesteld, zulks in afwijking van den regel der Zegelwet, dat op een gezegeld stuk niet een tweede geschrift mag wor den gesteld (art. 7).