Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bar-Hebraeus

betekenis & definitie

Bar-Hebraeus (Gregorius), in het Arab. Aboel Farad genaamd, Syrisch geleerde, 1226-86, zoon van een gedoopt Joodsch geneesheer (van daar de naam B. H.), onderscheidde zich vroegtijdig door groote geleerdheid en werd reeds in 1246 tot bisschop benoemd. Later 1264 werd hij Katholikus van Tekrit d. i. hoofd der Jakobietische kerk. B. schreef zoowel in het Syrisch als in het Arabisch, niet alleen over theologische, maar ook over historische, taalkundige en zelfs medische onderwerpen. Zijne belangrijkste geschriften zijn: Chronicon syriacum ed. Bruns 1789 (met Lat. vert.), 2de uitg. van Bedjan 1890; Historica dynastiarum (verkorte Arab. bewerking daarvan) ed. Pocock 1663, Salihani 1890; Chronicon ecdesiaslicum, id. Abbeloos et Lamy Leuven 1872-1877; Horreum mysteriorum (Scholiën op den Bijbel); Syrische Spraakkunst cd. Bertheau 1843 en Martin 1872 en 1873; Vertellingen (Laughable stories) ed. Budge (London 1896) enz.

< >