Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Baljuw

betekenis & definitie

Baljuw, vertegenwoordiger van den graaf, den landsheer, in een district (baljuwschap of stad); gewoonlijk heette de vertegenwoordiger in de dorpen de schout, tenzij het dorp niet een ambachtsheerlijkheid, maar een hooge heerlijkheid was, dan heette hij baljuw. (Zie HEERLIJKHEID).De b., die crimineele zaken behandelde, had nevens zich welgeboren mannen of kortweg mannen. Deze wezen vonnis ; hij vorderde het. De b. was rechtsvorderaar en leider der bijeenkomsten van b. en mannen. In grafelijken tijd, vóórdat de steden en dorpsregenten invloed van eenige beteekenis hadden, was de macht der baljuwen veel grooter en vertegenwoordigden zij de graven letterlijk in alles.