Wat is de betekenis van Baljuw?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

baljuw

baljuw - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) ambtenaar binnen het stadsbestuur, veelal belast met de rechtspraak Woordherkomst Van Latijn baiulare (torsen, dragen), nl. het dragen van een ambt.

2024-03-28
Robbert-Jan Willeboordse

Afgestudeerd in de geschiedenis (MA)

Baljuw

Een baljuw was een vertegenwoordiger (of zelfs verpersoonlijking van de vorst) ter plaatse. Het was een ambtenaar die voornamelijk optrad als gerechtsofficier: hij oefende toezicht uit op de rechtsgang, zat de rechtbank voor en bracht de vonnissen ten uitvoer. Ook bekend als schout of amman. Hoewel de baljuw in eerste instantie het persoonlijk dome...

2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Baljuw

[OFr. baillif = wachter, magistraat (vgl. OFr. bailler = in handen geven; baillir = beheren), van VLat. bajulivus, van Lat. bajulare = torsen, bajulus = sjouwer, drager, vandaar kan de betekenisontwikkeling zijn geweest: hij die iets in handen heeft gekregen] (gesch.) ambtenaar in graafschap,...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Baljuw

Baljuw (Laatlat. balivus, hofmeester), vertegenwoordiger van de landsheer of heer van een hoge → heerlijkheid. Vergelijkbaar: → amman, → maarschalk, → ruwaard, kastelein en → drost. De baljuw oefende uit naam van de heer in diens district de rechtsmacht uit (→ ambachtsheerlijkheid).