Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Badens

betekenis & definitie

Badens (Franciscus), Z. Nederl. portret- en historie-schilder, geb. te Antwerpen, 1571, gest. vóór 17 Nov. 1618 te Amsterdam. Toen hij 5 jaren oud was, namen zijn ouders de wijk voor het Spaansche schrikbewind in de Zuidel. Nederlanden, en vestigden zich te Amsterdam; met Jacob Mathan deed B. een kunstreis door Italië. In 1598 was hij wederom te Amsterdam.

Hij was een in sommige kringen zeer gezien schilder; Theod. Rodenburg, de dichter, noemt hem 1617 met lof, evenals Cornelis Claesz Heda, die hem uit Indië ultramarijn deed toezenden. Hij schilderde zoowel groote bijbelsche als mythol. voorstellingen, ook genre-stukken (door Carel v. Mander beschreven, doch niet bewaard gebleven). In 1618 leverde hij een eveneens verdwenen schilderstuk aan een Amsterdamschen Doelen. Als zijn leerlingen worden genoemd o.a.: Adriaen van Nieuwlant en Gerbrand Adriaansz Bredero. Eenige van zijn werken zijn in plaat gebracht door E. van Paenderen en B. Lens. Litt.: Thieme-Becker’s Künstler-lexikon.

< >