Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Backhuysen (ludolf)

betekenis & definitie

Backhuysen (Ludolf), Noord-Nederl. schilder,geb. 1631 te Emden, gest. 17 Nov. 1708 te Amsterdam, waarheen hij in 1649 als koopmansleerllng was gekomen in de zaak van Guiliemo Bartolotti, die eveneens uit Emden afkomstig was. Hij was ook kalligraaf en wordt nog in 1656 als schrijfmeester genoemd. L. B. was een leerling van Aldert van Everdingen en Héndrick Dubbels en was reeds in 1665 als zeeschilder zoo vermaard, dat de stad Amsterdam hem een groot zeestuk bestelde als geschenk voor den Franschen minister Hugues de Lionne (Louvre). Zijn atelier moeten verschillende vorstelijke personen hebben bezocht; Czaar Peter de Groote zou zelfs teekenles bij hem genomen hebben.

Naast Willem van der Velde geldt hij voor den grootsten zeeschilder, nog lang na zijn dood; hij is echter door zijn zwaarder, soms gemaniereerd koloriet, en de wat oppervlakkige, decoratieve manier van arrangeeren en teekenen als naturalist zeker de mindere van v. d. Velde, van Dubbels e. a. Als zijn vroegste meer ernstige werken worden genoemd het zeegezicht in de Kunsthalle te Hamburg en een dergelijk stuk te Leipzig, 1658. Zijn werken zijn in de meeste Musea van Europa te vinden (10 in ’s Rijks Mus.); veelal herinnert de stoffeering aan een of andere bijzondere gebeurtenis. Vooral zijn latere zeestukken en havengezichten zijn gemakkelijk te herkennen aan den wat donkeren toon der altijd decoratief saamgestelde wolken en golvenlijnen, het eigenaardig roze op vlaggen en wimpels. Zijn portretten zijn minder bekend (Petrus Prancius, Universiteit te Amsterdam, 1688 en eveneens aldaar het borstbeeld van <^m dichter Johannes Antonides v. d. Goes, 1680). Hij merkt meestal voluit, soms ook met beginletters.

Teekeningen van hem vindt men in vele prenten-kabinetten en particuliere verzamelingen (Londen en Amsterdam). In de 18e eeuw zijn vele werken van L. B. door Nederlandsche, Fransche en Engelsche graveur in prent gebracht. Als zijn leerlingen gelden Jan Claesz en Hendrick Rietschoof, Michael Moddersteg, Jan Dubbels, Pieter Coopse en Anthonie Rutgers, een dilettant. Zijn eigen portret heeft hij vaak geschilderd; o. a. is een exemplaar in ’s Rijks Museum te Amsterdam. W. v. Mieris portretteerde hem 1697(Museum te Schwerin). Vgl. Thieme-Beckes Künstlerlexikon. De litteratuur aldaar is aan te vullen met het belangrijke boek van Fred. C. Willis Die Niederländische Marinemalerei, Leipzig, Klinckhardt & Biermann.

< >