Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Baarle-Hertog

betekenis & definitie

Baarle-Hertog - Belgische gem. van 1200 inw., behoorende tot de prov. Antwerpen en grootendeels, als Belgische enclave, gelegen geheel binnen het Nederl. gebied van Baarle-Nassau. Slechts het gehucht Zondereigen ligt binnen de algemeene Belg. rijksgrens; de rest van B.-H. ligt in Meine, onregelmatige stukken, die soms weer Nederl. gebied geheel omsluiten, in en nabij het dorp Baarle.

Deze eigenaardige splitsing van Baarle in twee van elkaar geheel zelfstandige deelen schijnt van zeer ouden datum te zijn. Zoo behoorde in de laatste helft der 15e eeuw B.-H. aan den hertog van Brabant, Baarle-Nassau aan den van hem onafhankelijken graaf Engelbert van Nassau. Steeds is deze scheiding gehandhaafd gebleven; zelfs in den tijd der vereeniging van Nederland en België, van 1815 tot 1830, bleef de splitsing in 2 gemeenten.

Aan pogingen om dezen toestand te veranderen, heeft het niet ontbroken. In de 18e eeuw ging een voorstel van Oostenrijk uit, om B.-H. te ruilen tegen de Nederlandsche gehuchten van Baarle-Nassau: Castelré en Ulicoten. Het had geen resultaat, evenmin de pogingen na 1830, hoewel verscheidene malen Belgisch-Nederlandsche commissies zijn benoemd. Het laatste ontwerp, van 1892, waarbij Nederland B.-H. en een deel der Belgische gemeente Weelde zou krijgen tegen België Castelré en Ulicoten, kwam niet tot uitvoering door ’t hevig verzet der bewoners van die landstreken. Kerkelijk vormden beide Baarles nog tot 1859 één parochie; toen werd er op Hollandsch gebied een R. K. Kerk bijgebouwd; ook de school werd toen gesplitst. Tevoren benoemden de bisschoppen van Breda en Mechelen er om beurten den pastoor. Wat betreft de fiscale wetten van Nederland en België, houdt men zich sinds 1754 aan den regel, dat zij voor beide Baarles niet gelden, zoodat deze tegenover elkaar een gebied van vrijhandel tusschen Nederland en België vormen.

In den oorlog van 1914 vlg. werd B.-H., dat, door Nederlandsch gebied afgesloten, voor de Duitschers onbereikbaar bleef, belangrijk door het Belgische station voor draadlooze telegrafie, dat aldaar werd opgericht.