Aristarchus - 1) van Tegea, treurspeldichter, tijdgenoot van Euripides; hij is slechts bekend door een plaats bij Suidas, waarin wordt vermeld, dat hij 70 stukken ten tooneele voerde en tweemalen de overwinning behaalde. — 2) van Samothrace, taalgeleerde en criticus, leerling van Aristophanes van Byzantium; hij leefde 217—145 v. C., ten tijde van Ptolemaeus Philopator, te Alexandrië; hij gaf velen der zonen van dezen vorst onderricht, doch moest bij het uitbreken van de vervolging tegen de geleerden, onder Ptolemaeus Physcon, zijn kweekeling, mede de wijk nemen. Hij ging naar Cyprus en stierf daar in hoogen ouderdom aan waterzucht. Hij wijdde zich, behalve aan de verklaring en uitlegging der Grieksche dichters, als Homerus, Pindarus, Aristophanes en de treurspeldichters, aan het samenstellen van taalkundige werken. Hij gold in de Oudheid voor het type van den echten philoloog.
In het bezit van groote geleerdheid beweegt hij zich eenzijdig op grammatisch-litterair gebied, voorzichtig en conservatief in zijne critiek en exegese, en daarbij scherpzinnig tevens. In de grammatica is hij als overtuigd aanhanger der analogie de tegenstander van Crates en hij heeft de grammatische terminologie tot voltooiing gebracht. Van zijne werken zijn slechts fragmenten bewaard, waaraan in de laatste jaren uit papyrusvondsten in Egypte eenige nieuwe zijn toegevoegd. —3) van Samos (310—250 v. Chr.), Grieksch wis- en sterrekundige. Hij bepaalde de middellijn der zon op 30 minuten, en leerde, in afwijking van Aristoteles, dat de aarde om de zon draait: hij is dus als een voorlooper van Copernicus te beschouwen. Eén zijner werken is behouden gebleven: over de grootte en den afstand van zon en maan. De verhouding der afstanden van zon en maan werd hierin op 19 bepaald en wel doordat A. den boog zon-maan bij Eerste Kwartier op 87° graden schatte. Deze hoek is in werkelijkheid 89°51' en de gezochte verhouding is gemiddeld 389.
