Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ammer of amper

betekenis & definitie

Ammer of amper - linkerzijrivier van de Isar; zij ontspringt in Opper-Beieren, 1100 M. boven de zee, niet ver van de Tyroolsche grenzen, in het Ampergebergte. Haar bovenloop richt zich Oostwaarts, door het schoone Ammerdal; bij Ettal wendt zij zich naar het N., loopt langs de dorpen Ober- en Unterammergau, verlaat het gebergte, en zet haar loop in N.-W. richting voort, buigt zich aan de Z. helling van den Peiszenberg naar het O., daarna naar het N. en bereikt bij Weilheim de vlakte, waarna zij na een moerassige streek te hebben doorloopen, in het Ammermeer valt, hetwelk zij onder den naam Amper weer verlaat; zij wordt dan bevaarbaar, stroomt voorbij Bruck en Dachau en valt niet ver van Moosburg in de Isar, na een loop van 170 K.M., en na rechts de Ach of Acha (uit het Stoffelmeer komende) en de Wiirm (uit het Starnbergermeer en het Dachauermeer) te hebben opgenomen. Op de Ammer wordt uit het gebergte veel hout gevlot.

< >