Allard (herman josef petrus hugo) - Ned. lettert, geb. te Geertruidenberg 1830, werd in 1861 priester gewijd, was leeraar in geschiedenis en oude talen aan het gymn. te Katwijk, daarna aan het seminarium te Kuilenburg en eindelijk hoogleeraar in de kerkgeschiedenis te Maastricht. Hij heeft vele geschiedt werken en biografieën geschreven, o.a.: Vondels gedichten op de Sociëteit van Jezus (1868); Charlotte Flandrina v. Nassau en Louise Hollandina van Bohème (1869); Petrus Bertius, hoogl. te Leiden (1870); Johan Lodewijk van Nassau Hadamar (1876); Pater Adrianus Poirters S. J. (1877); Het beleg en de zoogenaamde verwoesting van Maastricht (1879); De St. Fr. Xaveriuskerk of de Krijtberg te Amsterdam (2de dr. 1904).
Ook studiën over Vondel, bij wiens complete werken (2 dln. 1870—72) hij een voorrede schreef; voorts artikelen in Katholieke tijdschriften, als „Dietsche Warande” van Jos. Alb. Thijm, „Studiën op godsdienstig letterkundig en wetenschappelijk gebied”, „Haarl. bijdragen” en ’t „Jaarboekje van J. Alb. Thijm”; overl. 1915.