Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Albrecht (jacob)

betekenis & definitie

Albrecht (jacob) - een eenvoudige Luthersche leek (geb. 1759, gest. 1808), die sedert 1790 als boeteprediker de staten van Noord-Amerika doortrok, werd de stichter eener methodistische secte in de Ver. St., en in 1806 door zijn volgelingen als hun bisschop erkend. Eerst na zijn dood namen dezen in 1816 den naam aan van Evangelical Association of North-America; in Duitschland en Zwitserland heeten zij, die zich bij de Ev. Ass. aangesloten hebben, Albrechtsleute.

De secte telt thans ruim 100.000 leden en zendt predikers uit om nieuwe leden te winnen. Sedert 1850 hebben zij vooral in Wurtemberg ingang gevonden. Zij bezitten te Reutlingen een seminarium ter opleiding van aanstaande predikers. Zij geven verschillende godsdienstige tijdschriften uit. Zie G. Plitt, Die Albrechtsleute oder die Evangelische Gemeinschaft. Erlangen 1877.

< >