Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Afkondiging

betekenis & definitie

Afkondiging - (van wetten en verordeningen). Eene wet is niet verbindend, zoolang zij niet behoorlijk is afgekondigd. De wetten zijn in het geheele Koninkrijk verbindend uit krachte van derzelver afkondiging, door den Koning gedaan. Zij werken terstond, nadat derzelver afkondiging in alle deelen van het Koninkrijk zal kunnen bekend zijn.

Wanneer bij de wet geen ander tijdstip is vastgesteld, wordt de afkondiging gerekend in het geheele Koninkrijk bekend te zijn, op den 20en dag na dien der dagteekening van het Stb., in hetwelk de wet is geplaatst (artt. 1 en 2 wet houdende alle alg. bep. der wetg. v. h. Koningrijk). — Deze artt. beantwoorden slechts ten deele aan art. 72 Grw., dat zegt: De wijze van afkondiging der wetten en der algem. maatregelen van bestuur en het tijdstip, waarop zij aanvangen verbindende te zijn, worden door de wet geregeld. — De wijze van afk. der wetten berust nog steeds op Souv. Besluit van 18 Dec. 1813, Stb. 1814 no. 1, dat plaatsing in het Stb. voorschrijft. — Ook wordt aan de wet A. B. door enkelen een algemeene gelding ontzegd; daarentegen zou nog gelden de wet van 2 Aug. 1822, Stb. 33. — Voor de alg. maatr. v. b. geldt de wet van 26 Apr. 1852, Stb. 92, gew. 23 Juni 1893, Stb. 111. — Zoowel voor wetten als alg. maatr. is nog eene nadere regeling gegeven bij K. B. van 22 Dec. 1863, Stb. 149, waarvan de grondwettigheid in twijfel mag worden getrokken. — Art. 72 Grw. stelt het formulier vast, dat bij de afk. van wetten moet worden gevolgd. Voor alg. maatr. geeft onze wetgeving een dergelijk formulier niet. — Zie voor provinciale verordeningen artt. 100-102 Prov. wet, voor gemeenteverordeningen artt. 168-175 Gem. wet, voor waterschapsverordeningen artt. 11-13 der wet van 20 Juli 1895, Stb. 139.