Aeschylus - de eerste Grieksche treurspeldichter, zoon van Euphorion, geboortig uit Eleusis, 525 v. C., uit een aanzienlijk Attisch geslacht; hij nam deel aan de Grieksche vrijheidsoorlogen en streed met zijne twee broeders mede in de slagen van Marathon, van Salamis en van Plataeae; op 25-jarigen leeftijd trad hij voor het eerst op en bracht in bijna een halve eeuw het treurspeldicht tot een schitterende hoogte. In 468 v. C. werd hij in een wedstrijd door Sophocles overwonnen; en zou zich toen uit spijt naar Hiero van Syracuse hebben begeven. In elk geval is hij daarna te Athene terug geweest, daar in 458 zijne trilogie de Orestia aldaar is opgevoerd. Hij is daarna naar Sicilië teruggekeerd en in 456 te Gela gestorven en begraven.
Zijne stukken kenmerken zich door verheven eenvoud en diep gevoel: het onverbiddelijke noodlot speelt daarin de hoofdrol. Talrijk zijn de verbeteringen, die A. heeft aangebracht zoowel in de opvoering en de kostuums als in den aanleg en de bewerking der stukken. Van dezen zijn er zeven tot ons gekomen uit de velen, die hij zou hebben geschreven: de Perzen, de Zeven tegen Thebe, de Smeekelingen, Prometheus, Agamemnon, de Choëphori en de Eumeniden; de laatstgenoemde drie vormen de trilogie der Orestia.
