[Gr.; →Perz. Zarathustra], Oudperzisch godsdienststichter, 7e of 6e eeuw v.C.
Sistan(?). Volgens de overlevering zouden de gatha (liederen), het heiligste deel van de →Avesta, door Zoroaster zelf gemaakt zijn. De profeet treedt hierin op als een strijdend mens. In de jongere Avesta is hij echter meer een bovennatuurlijk wezen, dat over allerlei godsdienstige zaken aanwijzingen krijgt van Ahoera Mazda (→Ormazd). In de spijkerinscripties van de Achaimeniden (vanaf ca. 515 v.C.) wordt Zoroaster niet genoemd, hoewel de Achaimeniden de verbreiders waren van het zoroastrisme (anders: →mazdeïsme). De latere Pehlevi-litteratuur van de zoroastriërs heeft zijn leven in legendarische vorm uitgewerkt.
Volgens de religieuze traditie zullen er op wonderbaarlijke wijze drie nakomelingen van Zoroaster geboren worden, die als heilanden zullen optreden, de laatste aan het einde der tijden. Men is het er over eens dat Zoroaster een grote religieuze persoonlijkheid is geweest, die ook sociale hervormingen trachtte door te voeren. Hij verwierp de cultus van alle goden behalve die van Ahoera Mazda, en erkende zes ‘heiligen’.LITT. W.B. Henning, Zoroaster (1952); J. Duchesne-Guillemin, The hymns of Zarathustra (1952); H. Humbach, Die Gathas des Zarathustra (1959);
J. Duchesne-Guillemin, La religion de l’Iran ancien (1962); G. Widengren, Die Religionen Irans (1965); J. Varenne, Zarathustra (1966).