v. (-en), installatie ter instandhouding van vuren in bepaalde bedrijven.
(ê) Stookinrichtingen worden onderscheiden in:
1. roosters, voor alle soorten niet-fijngemalen vaste brandstoffen;
2. branders, voor gasvormige, vloeibare en fijngemalen vaste brandstoffen.
Naar stookwijze worden stookinrichtingen ingedeeld in:
1. handstookinrichting, de eenvoudigste stookwijze van steenkolen: de stoker bepaalt zelf de meest economische stookwijze;
2. halfautomatische stookinrichting: de brandstoftoevoer, of de asverwijdering geschiedt automatisch (b.v. werpstoker, dobystoker, tuimelrooster);
3. volautomatische stookinrichting: beide werkwijzen vinden, voorzover nodig, automatisch plaats (b.v. mechanisch bewogen roosters, branders voor olie, gas en poederkool).