Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

staat van beleg

betekenis & definitie

toestand waarbij het hoogste gezag in handen van de militaire overheid wordt gegeven, de burgerlijke wetten geschorst zijn en de burgerlijke vrijheid aan banden gelegd.

In Nederland is staat van beleg een naast de staat van oorlog in art. 202 GW genoemde uitzonderingstoestand, die nader geregeld is in de Oorlogswet van 16.7.1964, Stb. 337. De staat van beleg wordt gewoonlijk vastgesteld door de Kroon op voordracht van de minister-president. Een dergelijk besluit dient onverwijld te worden gevolgd door een bij de Staten-Generaal in te dienen wetsvoorstel om deze toestand te doen voortduren. De staat van beleg hoeft niet noodzakelijk gepaard te gaan met een werkelijke staat van beleg. Bij de staat van beleg zijn de Hoge Colleges van Staat, de ministers of de leden van de rechterlijke macht niet verplicht de aanwijzingen van het militair gezag op te volgen.

In België veronderstelt de staat van beleg noodzakelijkerwijs de oorlogstijd en derhalve de mobilisatie van het leger, met dit verschil dat, terwijl oorlogstijd van rechtswege volgt uit deze mobilisatie bij KB, de staat van oorlog speciaal bij KB moet worden afgekondigd en opgeheven, en dit KB moet zijn uitgevaardigd op eensluidend advies van de ministerraad. De fictieve staat van beleg die in sommige landen, zoals Nederland, kan worden afgekondigd in vredestijd, is in België uitgesloten. Bij de staat van beleg kunnen de bevoegdheden van de burgerlijke administratieve overheden op het gebied van orde en politie, verkeersmiddelen en wegen worden uitgeoefend door de minister daartoe door de koning aangewezen of, onder zijn toezicht en verantwoordelijkheid, door de militaire overheden. De bijzondere bevoegdheden die de koning in oorlogstijd geheel of gedeeltelijk aan de door hem aangewezen burgerlijke of militaire overheden mag overdragen, kan hij in hun geheel en ambtshalve door de minister van Landsverdediging (of door een andere minister) doen uitoefenen.