m. (-ten), (ook: sardijn, schardijn), Clupea sprattus, vissoort uit de orde haringvormigen.
(e) De sprot lijkt op de haring, maar is daarvan te onderscheiden door de plaatsing van de buikvinnen (vóór de rugvinbasis) en de scherpere kielschubben tussen buiken aarsvin. Hij wordt tot ca. 15 cm lang, leeft in scholen en voedt zich met dierlijk plankton. De sprot komt voor langs alle Europese kusten, van de Noordkaap tot de Zwarte Zee en Turkije, inclusief Engeland; langs de Ned.-Belg. kust vooral in het najaar. Deze soort wordt commercieel bevist voor consumptie (gekookt, gerookt of gemanneerd) en bereiding van vismeel. De sprot is niet verwant aan het lichtend sprotje of →zalmharing, en moet ook niet verward worden met de sardien of →pelser.